Onderzoek

Eind 2021 is Stichting de Verbeelding op verzoek van een cliënt een wat uitgebreider onderzoek gestart naar de wijze waarop de Nationale ombudsman invulling geeft aan de rol die hij binnen het klachtrecht zou moeten vervullen. Dat onderzoek vloeit voort uit de ervaring dat onze huidige Nationale ombudsman, Reinier van Zutphen, weliswaar een heel publiciteitscircus heeft opgetuigd rond zijn eigen persoon, maar ondertussen steeds minder voor de burger doet. Het baart daarbij met name zorg dat de Nationale ombudsman de onderzoeksverplichting die in geval van een klacht van een burger op hem rust keer op keer blijkt te veronachtzamen.

Lastige klagers

De indruk dat de heer Van Zutphen eigenlijk helemaal niet zoveel op heeft met klagende burgers wordt slechts versterkt doordat hij deze veelvuldig wegzet als lastige klagers. Om meer te weten te komen over de achtergronden van zijn welhaast obsessionele belangstelling voor ‘lastig klaaggedrag’ is de Nationale ombudsman dan ook bij brief van 24 september 2021 gevraagd om nadere informatie. Die brief heeft hij echter niet willen beantwoorden.

Overleg (en nog meer overleg)

Een ander deel van het onderzoek richt zich op de vele vormen van overleg die inmiddels plaatsvinden tussen (medewerkers van) de Nationale ombudsman en de verschillende bestuursorganen die onder het klachtrecht vallen. Op zichzelf is er niets tegen overleg, maar al dat overleg draagt wel het risico in zich dat de burger steeds meer buiten spel komt te staan. Ook daarover zonden wij de Nationale ombudsman daarom een brief en ook die brief is tot op heden niet beantwoord.

Wob

De weigering om de vragen die rond zijn optreden zijn gerezen te beantwoorden maakte het noodzakelijk om dan maar bij de verschillende bestuursorganen zelf na te gaan hoe hun relatie met de Nationale ombudsman zich heeft ontwikkeld en welke gevolgen dit heeft voor de positie van de burger. In dit verband is een aantal verzoeken in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) ingediend bij een zevental gemeenten, drie universiteiten en enkele zelfstandige bestuursorganen. Een voorbeeld daarvan zijn de verzoeken die zijn ingediend bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG):
– begeleidende brief van 5 november 2021
verzoek van 5 november 2021
verzoek van 11 november 2021
verzoek van 15 november 2021
– begeleidende brief van 16 november 2021
verzoek van 16 november 2021
Deze verzoeken hebben een schat aan informatie opgeleverd, die inmiddels is besproken met verscheidene Tweede Kamer-leden en enkele journalisten. Het functioneren van de Nationale ombudsman is daarmee meteen al in een ander licht komen te staan.

Woo

Sinds 1 mei 2022 valt de Nationale ombudsman onder de opvolger van de Wob, de Wet open overheid (Woo). Dat biedt dus de mogelijkheid om de ombudsman zelf aan de tand te voelen, waardoor hij er niet langer aan ontkomt om vragen als de hierboven genoemde te beantwoorden. De eerste resultaten van de verschillende Woo-verzoeken die daartoe zijn ingediend worden op de volgende pagina gepresenteerd.

– – – > Vervolgonderzoek (I)