Het onderzoek dat wij op verzoek van een van onze cliënten hebben verricht onder een aantal instanties die samenwerken met de Nationale ombudsman bevestigde het vermoeden dat er met het functioneren van de ombudsman veel mis is. Wij hebben daarom besloten om dat functioneren nader onder de loep te nemen. Sinds de inwerkingtreding van de Wet open overheid (Woo) heeft de ombudsman in dit verband een aantal Woo-verzoeken van ons ontvangen. Aan deze verzoeken is een inleidende brief van 6 mei 2022 voorafgegaan. Wij presenteren de verschillende verzoeken op deze pagina.
Verzoek nr. 4: een radicaal idee voor een nieuwe bestuurscultuur
Toen Mark Rutte – lang geleden – zijn ‘radicale ideeën voor een nieuwe bestuurscultuur’ presenteerde was Reinier van Zutphen behoorlijk in zijn wiek geschoten. Een van die radicale ideeën hield namelijk in dat er ‘een club’ zou moeten komen die als het misgaat tussen overheid en burger kan uitzoeken wat er speelt, en laat het nu net daarvoor zijn dat de Nationale ombudsman ooit is opgericht. ‘Laat Rutte maar een club oprichten die onze rapporten leest’, zo riposteerde de heer Van Zutphen dan ook in NRC. Op zichzelf een goede reactie, maar waar het echt om gaat is natuurlijk dat de Nationale ombudsman bij de premier kennelijk zo ver uit beeld is geraakt dat deze domweg leek te zijn vergeten dat die club van hem allang bestaat. Hoe kan het dat een instituut dat voorheen zo invloedrijk was inmiddels door vrijwel niemand meer serieus wordt genomen? En wat zegt het over het aanzien van de Nationale ombudsman wanneer dat instituut door de premier zo gemakkelijk wordt gedesavoueerd? In de Volkskrant beweerde Reinier van Zutphen dat hij de premier daarover heeft gesproken, maar noch bij het Ministerie van Algemene Zaken noch bij de ombudsman zelf is er, zo bleek, ook maar één document dat er op duidt dat dit gesprek inderdaad heeft plaatsgevonden. Het radicale idee van onze premier ondertussen is een zachte dood gestorven. Komt het tussen Mark en Reinier ooit nog weer goed?
Verzoek nr. 3: reiskostenvergoedingen
De Nationale ombudsman behoort in het eerste kwartaal van ieder jaar verantwoording af te leggen over de bestuurskosten die in het jaar daarvoor zijn gemaakt ten behoeve van Reinier van Zutphen. Ons viel op dat hij dit al meerdere jaren niet had gedaan en dat bovendien de linkjes op zijn website die suggereerden dat die verantwoording over eerdere jaren wél was afgelegd niet werkten. Nadat hij eerder had geweigerd om ons van de betreffende informatie te voorzien hebben we daarom bij brief van 13 mei 2022 een Woo-verzoek ingediend. Zo’n verzoek behoort zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen vier weken te worden afgehandeld, maar dat zat er nu helaas niet in. Het heeft dan ook tot 13 juli 2022 geduurd eer er een besluit lag. Aangezien dat besluit niet bij benadering beantwoordt aan ons verzoek hebben wij er op 10 augustus 2022 bezwaar tegen gemaakt. Pas nadat wij beroep hadden ingesteld bij de rechtbank heeft de Nationale ombudsman uiteindelijk op 15 december 2022 een beslissing op bezwaar genomen. Ook die beslissing deugt van geen kanten, zodat wij opnieuw naar de rechtbank zijn gestapt. Moet er over de verantwoording van die reiskosten van de heer Van Zutphen – die neerkomen op zo rond een ton per jaar – nu echt zo moeilijk worden gedaan?
Verzoek nr. 2: lastige klagers
De Nationale ombudsman heeft de afgelopen drie jaar rond de honderd workshops over lastige klagers verzorgd voor ambtenaren. Zijn welhaast obsessionele belangstelling voor dit onderwerp is wat ons betreft tekenend voor de neerbuigende wijze waarop de ombudsman naar de burger kijkt, zeker wanneer het daarbij gaat om burgers die zich wat minder gemakkelijk met een kluitje het riet in laten sturen. Bij brief van 24 september 2021 hebben wij hem al eens gevraagd om meer informatie over deze workshops. De heer Van Zutphen vond het toen echter niet nodig om op die brief te reageren. Toen vervolgens uit nader onderzoek bleek dat overheden eigenlijk vrijwel nooit met lastige klagers worden geconfronteerd was dit uiteraard aanleiding om onze eerdere vragen uit de brief van het jaar daarvoor nog maar eens te herhalen. Wij hebben daartoe het verzoek van 12 mei 2022 ingediend. Op dat verzoek heeft de ombudsman op 30 juni 2022 een besluit genomen. Dit besluit is op 10 augustus 2022 gevolgd door een bezwaar, dat momenteel nog in behandeling is.
Verzoek nr. 1: de Huurcommissie
De Nationale ombudsman heeft anders dan in eerdere jaren in zijn jaarverslag over 2020 niet vermeld hoeveel klachten hij over de Huurcommissie heeft ontvangen. Ondanks herhaalde toezeggingen van ^FAR, een medewerker van het Webcare Team dat het beantwoorden van Facebook- en Twitter-berichten voor zijn rekening neemt, heeft hij ons die informatie ook niet willen geven. Aangezien wij uit andere bron reeds wisten dat de ombudsman in 2020 een recordaantal van 104 klachten over de Huurcommissie heeft ontvangen wilden wij graag weten waarom hij dit aantal zo krampachtig heeft verzwegen. Bij ons verzoek van 6 mei 2022 hebben wij de cijfers dan ook nogmaals opgevraagd. Op dit verzoek heeft de ombudsman op 3 juni 2022 een besluit genomen. Uit dat besluit blijkt dat de ombudsman de cijfers over de Huurcommissie ten onrechte niet in zijn jaarverslag heeft opgenomen. Inmiddels heeft de ombudsman telefonisch erkend dat hij de vragen die wij hem daarover reeds in augustus 2021 hadden gesteld eerder had moeten beantwoorden. Aangezien het besluit nog wel een aantal gebreken vertoont hebben wij er bij brief van 1 juli 2022 bezwaar tegen gemaakt. Dat bezwaar is nog in behandeling.